Er zijn boekenplanken volgeschreven over de priester die er met zijn huishoudster op uit ging om belangrijke aanwijzingen op grafstenen te vernielen, een villa te bouwen voor gepensioneerde mede-priesters (die er overigens nooit in hebben gezeten, hij moest iets wit te wassen hebben gehad…), geheime genootschappen te bezoeken, volgens onderzoekers de hele streek uitkamde naar een verborgen schat, en die vond, en uiteindelijk weer straatarm, omdat hij alles op naam van zijn huishoudster had gezet, zodat zijn broodheer er niet aan kon gaan sleutelen, na een beroerte het leven liet tijdens de 1e wereldoorlog. Het ene boek weet met de grootste stelligheid te beweren dat de priester het graf van Jezus heeft ontdekt, of dan toch zeker de grot waarin Maria Magdalena haar laatste jaren in Zuid Frankrijk blijkt te hebben uitgezeten. Mogelijk gaat het om de schat van Jerusalem die de Romeinen meezeulde na hun rooftocht door de Levant. De Duitse Visigoten plunderde ergens in de 5e eeuw Rome en namen die schat mee richting hun nieuw woongebied, het noorden van Spanje. Daarbij zouden ze 'het een en het ander' hebben achtergelaten in het zuiden van Frankrijk… Anderen beweren dat oudere volkeren de bergen gebruikten om markeringen aan te geven voor een grootse kerk of heilige vallei onder de hemel. En dat de schat eerder van spirituele aard is. Het gebied word dan ook al jaren overspoeld door bejaarde, en minder bejaarde hippies die o.a. denken dat in de berg Bugarach een UFO basis ligt, omdat er 's nachts vreemde lichten over de top scheren… Nou is de Languedoc, de streek waar we het hier over hebben, een anomalie wat geologie betreft en menig berg, waaronder de Bugarach schijnt er een eigen magnetisch veld op na te houden door het grote ijzergehalte wat in de bodem zit. Dat doet o.a. 'Noorderlicht-achtige' verschijnselen in de lucht ontstaan… Aan de andere kant… Wat bedoelde een beroemd schrijver als Jules Verne toch met het verhaal waarin hij een koning Bugarach noemde…? En waarom is er in een briefwisseling tussen de broer van de beroemde Franse staatsman Foquet uit de 17e eeuw en de Rembrandt van Frankrijk, Poussin, sprake van 'een geheim dat zelfs koningen jaloers zal maken en voor eeuwen onbereikbaar is weggestopt / beschermd'? Hebben we het hier over verschillende schatten, en laten de gatenkaas van bergen, die vol zitten met grotten en oude Romeinse mijnschachten het toe dat deze streek zich prima leent ze op te bergen? Enkele jaren geleden vond iemand bij zijn speurtocht per toeval een klomp van 20 kg goud! Marie Denarnoud, de huishoudster van de priester vertelde de mensen dat 'ze op goud liepen, zonder het te weten'. De middenstand van de arme streek zal blij zijn met de aandacht en deze verborgen 'goudadder'… Ik speur zelf ook nog even verder. Of het allemaal klopt, of pure fictie blijkt, het is wel een prachtig verhaal. En ik houd van prachtige verhalen! Ik ben momenteel bezig met het schrijven van een fictieboek over dit fenomeen. Hoezo fictie!?
Ik ben de laatste weken weer helemaal in de ban van het mysterie rondom het Franse dorpje Rennes le Chateau. Heb nu ook een landkaart van die streek aangeschaft om ook eens te kijken hoe bepaalde verhoudingen tussen dorpjes, bergen, kerkjes, en wat al niet meer liggen en over welke heuvel er gesproken wordt als weer een ander boek over dat fenomeen weer een andere mogelijke bergingsplaats noemt. Een bergplaats? Voor wat? Volgens de 'Rennies', en neen, dat zijn niet de aanhangers van de maagtablet, maar de, meestal, inmiddels met pensioen en nu met een zee van tijd er ingedoken, mannen die op zoek zijn naar een schat. Een schat die gevonden zou zijn door een priester aan het eind van de 19e eeuw, en die hem dus schatrijk zou hebben gemaakt. Hij liet allerlei aanwijzingen achter in zijn verbouwde kerk en menigeen heeft zich al verdiept in de diverse beelden die attributen, van de biechtstoel tot het altaar, en van een beeld van de heilige Antonius van Padua, toch de aan te spreken heilige als je op zoek bent naar iets wat je kwijt bent, en / of zoekt…, bij de mannen oproept. Ook ik ben er aan verslingert geraakt. En ik ben nog niet eens met pensioen. Dus zoveel tijd heb ik niet. Maar ik maak nu eenmaal tijd voor dingen die me interesseren. En dat doet de streek waarin het dorpje Rennes le Chateau ligt me.
Er zijn boekenplanken volgeschreven over de priester die er met zijn huishoudster op uit ging om belangrijke aanwijzingen op grafstenen te vernielen, een villa te bouwen voor gepensioneerde mede-priesters (die er overigens nooit in hebben gezeten, hij moest iets wit te wassen hebben gehad…), geheime genootschappen te bezoeken, volgens onderzoekers de hele streek uitkamde naar een verborgen schat, en die vond, en uiteindelijk weer straatarm, omdat hij alles op naam van zijn huishoudster had gezet, zodat zijn broodheer er niet aan kon gaan sleutelen, na een beroerte het leven liet tijdens de 1e wereldoorlog. Het ene boek weet met de grootste stelligheid te beweren dat de priester het graf van Jezus heeft ontdekt, of dan toch zeker de grot waarin Maria Magdalena haar laatste jaren in Zuid Frankrijk blijkt te hebben uitgezeten. Mogelijk gaat het om de schat van Jerusalem die de Romeinen meezeulde na hun rooftocht door de Levant. De Duitse Visigoten plunderde ergens in de 5e eeuw Rome en namen die schat mee richting hun nieuw woongebied, het noorden van Spanje. Daarbij zouden ze 'het een en het ander' hebben achtergelaten in het zuiden van Frankrijk… Anderen beweren dat oudere volkeren de bergen gebruikten om markeringen aan te geven voor een grootse kerk of heilige vallei onder de hemel. En dat de schat eerder van spirituele aard is. Het gebied word dan ook al jaren overspoeld door bejaarde, en minder bejaarde hippies die o.a. denken dat in de berg Bugarach een UFO basis ligt, omdat er 's nachts vreemde lichten over de top scheren… Nou is de Languedoc, de streek waar we het hier over hebben, een anomalie wat geologie betreft en menig berg, waaronder de Bugarach schijnt er een eigen magnetisch veld op na te houden door het grote ijzergehalte wat in de bodem zit. Dat doet o.a. 'Noorderlicht-achtige' verschijnselen in de lucht ontstaan… Aan de andere kant… Wat bedoelde een beroemd schrijver als Jules Verne toch met het verhaal waarin hij een koning Bugarach noemde…? En waarom is er in een briefwisseling tussen de broer van de beroemde Franse staatsman Foquet uit de 17e eeuw en de Rembrandt van Frankrijk, Poussin, sprake van 'een geheim dat zelfs koningen jaloers zal maken en voor eeuwen onbereikbaar is weggestopt / beschermd'? Hebben we het hier over verschillende schatten, en laten de gatenkaas van bergen, die vol zitten met grotten en oude Romeinse mijnschachten het toe dat deze streek zich prima leent ze op te bergen? Enkele jaren geleden vond iemand bij zijn speurtocht per toeval een klomp van 20 kg goud! Marie Denarnoud, de huishoudster van de priester vertelde de mensen dat 'ze op goud liepen, zonder het te weten'. De middenstand van de arme streek zal blij zijn met de aandacht en deze verborgen 'goudadder'… Ik speur zelf ook nog even verder. Of het allemaal klopt, of pure fictie blijkt, het is wel een prachtig verhaal. En ik houd van prachtige verhalen! Ik ben momenteel bezig met het schrijven van een fictieboek over dit fenomeen. Hoezo fictie!?
0 Reacties
Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer sta ik wel eens stil bij wat de dag zal brengen...
Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer denk ik wel eens aan het ontbijtjournaal en de angst om die op te zetten, want ik wil met een goed gevoel naar mijn werk… Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer moet ik wel eens denken aan al die mensen die net als ik hun boterhammen smeren, de metro instappen en er nooit meer uitkomen (Brussel) Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer denk ik aan Kees die op De Markt in Eindhoven en de straten daar om heen loopt te verkondigen dat Jezus ons wel zal redden. Bijna zou ik hem graag geloven, want er is geen politicus die na zijn uitgesproken gebakken lucht waarmaakt hetzelfde te doen. Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer denk ik wel eens aan mijn neefjes van 8 en 10 en wat voor gedoe zij nog tegen gaan komen in een wereld die geregeerd wordt door angst. Zo lang men denkt dat in stand te willen houden voor de heilige oorlogseconomie, en niet vanuit een gevoel van liefde voor de medemens die honger leid en slechts 1 % van dat budget nodig heeft om nooit meer honger te hebben, is het militaire industriële complex geen haar beter dan een seriemoordenaar… Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer zou ik ze bijna geloven, die zogenaamde doemdenkers, die vinden dat de wereld vergaat in 2012 of al het vergaan is. Ik zou ze bijna gelijk geven… Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer denk ik aan de gelovige priesters die uit liefde voor de heer hun snikkel niet binnen kunnen houden en zich liever vergrijpen aan fictieve figuren, aanslagen om dat te onderbouwen en verkrachtingen om zijn frustraties te kunnen botvieren. Dat kan dat fictieve figuur nooit bedoelt hebben toen hij schreef dat men alleen hem mag aanbidden… Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer denk ik aan al die mensen die aan kanker sterven omdat ze een te duur medicijn niet kunnen betalen en de heren (en dames) bij de farmaceutische industrie zo geniepiger aanslagen op de medemens plegen dan menige bomgordel… Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer maak ik me druk om een verkeerd gescand dossiertje, en denk ik niet aan die vrouw die voor dag en dauw opstaat om 5 uur later bij de enige waterpomp in de directe omgeving water te halen voor haar kinderen… Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer denk ik aan die gekte die bij een massa gefrustreerde mensen los komt, meestal mannen, als er een medemens met een kleurtje het voetbalveld op komt, om maar te zwijgen wat ze met je willen doen als je per ongeluk als Ajax supporter in het vak van Feijenoord aanhangers gaat zitten… Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer wil ik wel eens terug in bed kruipen; onder de wol, in een kleine droomwereld. Waar ik mijn moeder weer zie. Die dan over mijn bol aait en zegt dat alles goed komt. En dat er genoeg andere vissen in het water zwemmen, maar dan moet je er zelf ook in willen springen… Als ik ’s morgens mijn boterhammen smeer denk ik aan al die blauwtjes die ik gelopen heb. Omdat ik er net even anders uitzie of anders reageer dan in hun ideaal bolwerk.. Om dan een tijdje later er achter te komen dat ze gescheiden zijn, want die ze wel hadden gestrikt is niet meer diegene waarop ze verliefd waren geworden. Wanneer leren ze nou eens dat die ander alles doet, zelfs zo veranderen dat ze wel in het straatje van die ander passen… en dan te horen krijgen dat ze kunnen gaan, of de boel laten verwateren, omdat zij, jij, de situatie niet meer diezelfde zijn… Jij wilde die verandering toch??? Er komt een dag dat iedereen waarschijnlijk gaat verhuizen naar een hangmat op het strand van Tahiti. Weg van al die aanslagen, politici, beloften, verlangens, verwachtingen en een heilige economie. Ergens moet er een plekje zijn waarop ik gewoon wat op mijn brood kan doen zonder al die boter… Dat ze die maar op hun hoofden smeren…. Misschien ligt het aan mijn autistische trekken, misschien valt het me gewoon op, maar ik merk als mensen eenmaal een bepaalde indruk van je hebben, ik de nodige moeite moet doen, om ze op andere gedachten te krijgen. En wellicht met minder moeite hun vermoedens te bevestigen…
Mensen in zijn algemeenheid zijn onzekere personen. Denken ze dat niet te zijn, dan verschuilen ze zich achter arrogant of dominant gedrag of ze stellen zich juist kwetsbaar op. Die laatste groep is zekerder van zichzelf dan ze op dat moment denken! Onzekere mensen hebben behoefte aan duidelijkheid. Ik ook, maar dat komt niet altijd door onzekerheid. Soms ook door mijn autistisch brein, dat zoekende is. Als 'men' dan personen eenmaal op een bepaalde manier ervaart, en 'kent' (dat gelooft men…), is het voor het beschermen van hun eigen onzekerheden of rust, dat ze de persoon laten zoals men die ziet. Als die persoon andere dingen wil, of al gaat doen, worden de meeste mensen boos, of verklaren je voor gek. Want dat gedrag kennen ze niet van jou. En jij misschien ook niet… Nou vind ik het soms helemaal niet erg om te hangen en te focussen op iemand anders zijn mening, omdat die persoon in mijn ogen dan meer kijk en ervaring heeft in het onderwerp waar ik om advies kom vragen, maar ik merk ook dat men onbedoeld een advies op wil leggen in de trend van 'ik weet wel wat goed voor je is' en een mening deponeren zonder naar jou hulpvraag te LUISTEREN. Op dat moment krijg ik als vanzelf ook een antwoord, namelijk dat ik dan ook niet LUISTER, en die mening links laat liggen. Want ik weet toch immers zelf wel wat goed voor mij is? Waar haal jij als 'hulpverlener' op dat moment het lef vandaan wel even te weten wat goed voor mij zou zijn? Als ik om een hulpvraag kom sta dan in mijn schoenen, en niet in die van jezelf. Ik ervaar frustratie dat ik op een bepaalde manier natuurlijk zelf mede verantwoordelijk ben in het scheppen van een situatie waarin men mij op een bepaalde manier ervaart, omdat ik steeds om een bepaalde hulpvraag kom, of misschien niet altijd goed getimed of uitgesproken, een bepaald beeld afgeef, waardoor de ander onbedoeld aangeeft wel te weten 'wat goed voor mij is'. Maar ERKEN mij nou ook eens als mens die om een vraag komt, en zeg me gerust dat ik het antwoord heel goed zelf weet… dan erken je ook de groei van mijn zelfvertrouwen. Zo zit ik ook wel eens met plannen om binnen mijn werk verder te kijken voor mijn eigen ontwikkeling. Dan is het soms onmogelijk een opening te krijgen, omdat men mij bepaalde werkzaamheden heeft zien doen, en daardoor vind dat ik dat vooral maar moet blijven doen… Dankzij mijn autistisch brein ben ik behept met de handicap dat ik niet altijd constante concentratie kan aanbieden en niet altijd even alert ben. Maar mijn autistisch brein is ook gemeten en gediagnostiseerd als niet bepaald dom…. Dan bijt het wel eens dat ik met mijn brein domme dingen zit te doen… Of is dat mijn ego dat iets anders wil? Het blijft een constant gevecht voor mezelf mee te willen met ambitieuze mensen en er achter te komen dat ik niet mee kan. Ik wil bij tijd en wijle mopperen op mensen die status hebben, en dat dat allemaal gebakken lucht is. Waarschijnlijker is er enige vorm van jaloezie, en moet ik erkennen door een handicap er niet in mee te kunnen, ook al kan ik je de relativiteitstheorie van Einstein uitleggen… Het zou zo mooi zijn meer inzicht en erkenning vanuit mezelf te hebben, maar ook van buitenaf! Ik mag dan werk doen wat onder mijn denkniveau zit, het schept wel een basis om op andere momenten van de dag die dingen te doen waar echt mijn passie ligt en waar ik energie van krijg, in plaats van dat het me energie kost… Ik ben gezegend met het talent van dingen goed kunnen beschrijven. Maar wat ik beschrijf daar is de 'markt', lees, mijn medemens, op een bepaald moment niet altijd naar op zoek. Ik zal in 2016 eens nader moeten gaan bepalen op welke manier ik nou erkenning kan krijgen in de dingen waar ik over schrijf, gefundeerde feedback mag ontvangen en mijn eigen regisseur blijf, binnen een kader van betere promotie van mijn materiaal of meer erkenning in mijn werk en schrijven. En wellicht meer gericht mag gaan zoeken naar die doelgroep die mijn streven snapt en me daarin steunt (als ik hen ook). Vergis je niet. Ik zoek niet altijd naar ego-bevrediging, al kan mijn innerlijk wel jaloers worden als anderen dat nastreven. Door mijn 'handicap', mag ik mijn passie buiten mijn reguliere werk zoeken. Het zou mooi zijn daar dan die bevrediging ook in te krijgen doordat je LUISTERT naar wat ik te zeggen (en te vragen) heb. En het blijft moeilijk aan de ene kant erkenning te willen en aan de andere kant aan de verwachtingen te willen blijven voldoen. Ze niet hebben is dan op zich een oplossing, maar dat klinkt dan weer als ‘och, het is hij maar, ik verwacht niks van hem’, en je mag drie keer raden wat het ego daar dan weer van vindt… Misschien moet ik zelf maar erkennen dat het een uitdaging blijft mens te zijn… De professionele hulpverleners en de mensen die het zelf ook mogen ondergaan, willen niets liever dan dat er over gesproken wordt; dierbaren die dicht bij je staan hebben liever dat je er je mond over houd, uit zelfbescherming en wetende dat er mee gespot en gestigmatiseerd wordt. Ik ben er zelf eentje uit de groep van mensen die het mogen ondergaan, dus praat ik er over. Niet te vaak, maar soms vind ik het nodig. Omdat ik erkenning zoek. Omdat ik oplossingen zoek. Omdat ik inzicht zoek. Omdat ik begrip wil kweken. En af en toe een uitlaatklep nodig heb om het voor mezelf duidelijk te krijgen. En nou ja, omdat ik er, misschien daarom wel, een column over wil schrijven…
Het heeft nadelen, maar zeker ook zijn voordelen, een 'Typical' te zijn. Mensen die het niet in bezit hebben worden door de bezitters 'Non Typicals' genoemd. Ja, jij bent dus een NON TYPICAL. Tada…overal hebben ze wel een stickertje voor. Wij vinden die Non Typicals af en toe maar rare vogels… Hoe ze over koetjes en kalfjes blijven praten. Hoe kan ik jou dan leren kennen? Wij hebben de behoefte de diepte in te gaan. Hoe ze zich, zo onzeker als ze zijn, verschuilen achter arrogant of dominant, en soms beiden, gedrag. Wij stellen ons kwetsbaar op en worden verweten dat we 'te eerlijk' zijn (en daardoor worden aangezien voor naïef). Hoe kan je nou 'te' eerlijk zijn? Je bent toch ook niet 'te' zwanger? Natuurlijk zijn wij ook behept met minder leuke kanten (al dan niet voor onszelf). Zo houden onze hersens alles vast. De leuke dingen; ook de minder leuke dingen. Zo onthouden we zelfs gezichten die we wellicht heel lang geleden eens gezien hebben. En als we opmerken dat 'we dat ergens gelezen hebben' als we een discussie willen onderbouwen met bewijslast, neem dan maar van mij aan dat dat zo is! Zoveel 'Auties', zoveel mensen, dus zoveel verschillende mogelijkheden, maar over het algemeen zien en horen we meer dan jullie. Al valt dat niet mee als je, net als ik ook nog bijziend en hardhorend bent. Het gaat dan ook niet om zicht, of gehoor, maar om toevallig net horen en zien wat iemand doet, en er zelf vanuit gaat dat dat ongemerkt of onbewust gebeurd. Tegelijk zien we dan weer niet dat ook wij dingen doen die anderen zien, en waarvan we zelf niet in de gaten hebben dat we het doen, of diegene die kijkt, of er een opmerking over plaatst, niet in de smiezen hebben. We zijn makkelijke slachtoffers als we ons gelijk willen halen. Laat ik zeggen dat we daar niets aan kunnen doen, maar meestal hebben we dat ook! "Heb ik ergens gelezen" (en niet voor niets onthouden, omdat er mogelijk iemand anders nog wat aan heeft) is typisch iets waardoor wij met bewijslast komen. En o wee als je ons niet goed bejegend. Dat wil zeggen, oneerlijk behandeld, een schuld bij ons leggen, of wij op je ego-teentjes trappen. Dan hebben niet alleen andere mensen problemen met jullie, maar wij vooral! Ja sorry hoor, maar wij prikken daar doorheen. Ik wel… ik zie vaak dingen gewoon zoals ze zijn. En dat is niet altijd een prettig gevoel, dat kan ik je wel vertellen… En sorry. Als jullie even niets van je hebt laten horen, denk ik meteen het ergste. Ze moeten mij niet meer… Dat versterkt dan een gevoel van niet goed begrepen denken te worden, jezelf niet goed begrijpen, en eenzaam zijn. Dat zijn 'wij' toch al sowieso. Omdat we niet altijd jullie taal spreken. En jullie niet die van ons. Al zijn er onder ons lotgenoten waar niet eens contact mee kan worden gemaakt, onderschat dan niet wat er in ons omgaat! Het frustreert ons misschien nog wel het meest! Het is weer de tijd van het jaar om terug te kijken. Het is weer de tijd van het jaar om eens in stilte te overdenken wat je allemaal gedaan hebt, en wat je nog van plan bent te doen. Eigenlijk zou het niet alleen in deze tijd van het jaar dienen te gebeuren, maar is elk moment in het jaar wel eens geschikt om een pas op de plaats te maken, of juist te knallen. Zo heb ik regelmatig momenten waarop ik in stilte ervaar wat er om me heen gebeurt. En daar wordt ik niet altijd vrolijk van. Nou heb ik in deze maanden wat meer last van een ‘winterdip’, en ben gemiddeld wat zwartgalliger dan anders, maar ik merk ook dat ik moe wordt. En daardoor minder hebben kan. Ik wordt moe van al dat gedoe in de wereld dat mensen angstig maakt. Ik kijk al tijden geen journaals meer, al volg ik het nieuws wel via het Internet. Ik merk ongeduldiger te worden als ik iets geschreven heb en reacties blijven uit. Alsof mensen in hun angsten ook steeds individualistischer worden en alleen nog oog hebben voor wat ZIJ als waarheid beschouwen. Ik wordt ook ongeduldiger als ik merk dat men niet luistert of aanneemt wat ik te vertellen heb, alsof ik ook zo’n persoon ben die gehoord wil worden, maar dan vooral ook zou willen dat meer mensen op zijn manier zouden leven. Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op; ieder is vrij dat op zijn of haar geheel eigen wijze te doen. Maar het blijft een dunne scheidslijn om aan de ene kant gewenst te zijn, en aan de andere kant los te laten. Zo zou het best wel aan mijn autistische trekjes kunnen liggen dat ik me in stilte ook vaak zo dubbel voel. Aan de ene kant heel graag onder de mensen willen zijn, en geknuffeld en bewierookt worden; aan de andere kant de stilte opzoeken, lekker een boekje lezen, en in stilte mijn eigen levensfilosofie koesteren. Dan merk ik ook dat ik in stilte mag wennen aan een scheidslijn die ik soms met de grootste moeite over mag komen: in het leven staan met die heel dubbele behoeften. Graag willen socialiseren, maar niet in staat zijn het ijs te breken zonder ongeduldig te worden; graag de stilte opzoeken en me dan toch eenzaam weten; twijfelen; alleen doorgaan op iets waar ik voor sta, en dan ook eenzaam zijn als ik er inderdaad alleen in sta. Ook ik betrap mezelf er op te oordelen, omdat het anders mijn levensfilosofie ondermijnt; ook ik betrap anderen er op het ene te adviseren en ze dan het andere te zien doen. Hoe geloofwaardig wil men dan nog zijn? Dan heb ik soms heel erg de behoefte om onder de wol te kruipen, of in hoekje van de bank, mijn ogen dicht te doen, en alles even de boel te laten. Even de stilte opzoeken waarbinnen geen oordelen bestaan; even de stilte opzoeken waarbinnen geen ongeduld heerst en even de stilte opzoeken waarin ik gekoesterd, bewierookt, omarmt en lief gehad wordt. Zo zal ik ook kerstmis tegenwoordig meer in stilte vieren, omdat ik moe wordt van al die commercie die ons persé loten wil laten kopen om € 49.500.000,-- te kunnen winnen, en ooo wat hebben we het gezellig…, We rammen hekken in als mensen op de vlucht een onderdak zoeken en de gemeente wil ze daarin ondersteunen, maar anderen vinden dat niet zo een prettig idee… We maken massaal geld over aan zaken als het Glazen Huis, om ons dan vervolgens minder verantwoordelijk te hoeven voelen voor de mazzel dat wij in het Wassenaar van de wereld zijn geboren en via lootjes nog meer rijkdom op onze rekening wensen. We sluiten deals met criminelen om andere criminelen te vangen, terwijl de grootste in multinationals bonussen blijven vangen… Tja, dan ga ik maar weer eens de stilte opzoeken. Ik ben een beetje moe…
Donderdag 10 september 2015
We moesten vroeg uit de veren, want het was nog een heel eind rijden richting Toledo. Natuurlijk eerst weer een koffiestop, waarna we aankwamen in een stad die, los van Ubeda en Baeza gisteren, pas echt uit de middeleeuwen lijkt te stammen. De binnenstad barst uit zijn voegen van stenen bruggen, poorten, muren met kantelen en een kathedraal die niet onder doet voor die van Sevilla, al is ze kleiner. De ‘stripverhalen’ boven de poorten zijn er niet minder om. Eerder kwamen we door een klein plaatsje, waarvan ik de naam vergeten ben, en dat we gisteren passeerde, op weg naar Ubeda, dat een link met de Spaanse held Don Quichotte had, Toledo schijnt de geboortestad van de schrijver (Cervantes) te zijn. Hoe mooi de binnenstad ook is, en hoe zeer ik ook het idee heb best veel gezien te hebben, een gedenkplaat aan zijn geboortehuis, zijn geboortehuis zelf, laat staan een standbeeld, al dan niet van de schrijver zelf, dan wel van zijn held, kom ik nergens tegen… Wel zie ik een erg mooie, en indrukwekkende oude binnenstad alwaar we door een wat oudere dame als stadsgids op sleeptouw worden genomen in een ‘niet al te toeristische route’. Een paar uur vergaap ik me aan geveltjes, steegjes, huizen die gerestaureerd zijn met bouwmateriaal uit de 6e, 11e en 14e eeuw (en dat in één muur…), en lopen we een kerk en klooster in bij wat ze ‘het Joodse kwartier’ noemen. Omdat de binnenstad best groot is en de gids ons veel, ‘of the beaten track (van de toeristenpaden af)’ wil laten zien, kunnen we niet alles bekijken en soms verblijven we er maar kort. We zullen meer lopen en bekijken dan ergens echt binnengaan en er de tijd voor nemen. Maar mij hoor je niet klagen. Ik kom wellicht nog wel eens terug. Naast Sevilla is Toledo voor mij de grote verrassing van deze reis, en ik vermaak me prima tijdens de wandeling. Dat vertel ik ook aan de gids met wie ik prima in het Duits kan praten. Dat is pas internationaal. Zij verstaat geen Nederlands, ik geen Spaans, dus babbelen we allebei in het Duits… Wat later stappen we op ‘onze bus’ die bij een oude poort staat, en de gids gaat mee. We krijgen nog een panorama-tour. Dan zie ik dat ik nog heel wat plekken gemist heb, waaronder een loei van een gebouw waar nu een militaire academie in blijkt te zitten. Ik koop nog een toeristenboekje en vergaap me ondertussen weer thuis aan plekken die ik mogelijk toch nog eens ga bekijken (ooit…). Dan nemen we hartelijk afscheid van de leukste gids van de reis, en rijden we een eind door naar Madrid. We blijven niet overnachten in Toledo, maar rijden al door naar een hotel vlak bij het vliegveld alwaar we morgenavond weer naar Nederland vertrekken. We hebben nog een vrije dag voor de boeg. ’s Avonds bij het buffet worden plannen gesmeed om die vrije tijd in Madrid nog even door te brengen. Vrijdag 11 september 2015 Een beetje uitslapen en op het gemakkie ontbijten. Dan met o.a. Robert, Machteld, Charley en Angela in taxi’s naar de binnenstad van Madrid alwaar we ons eerst lopen te vergapen in een enorm treinstation. Vanaf dat station is het niet ver lopen naar het Prado, het beroemdste museum van Spanje. Een ding wat we toch nog even willen bezoeken voor we gaan, want toen we de eerste dag in Spanje waren stonden er flinke rijen. Nu betalen we de entree en lopen door enorme zalen en een aantal verdiepingen die lopen als een doolhof. Dankzij Robert die een lijstje van wat schilderijen (en de kamers waarin ze hangen) van te voren heeft uitgezocht lopen we niet helemaal verloren. Je kan hier wel een week vertoeven! We hebben maar een paar uur, en besluiten de topstukken er uit te vissen. We zien o.a. stukken van El Greco, Heyronimus Bosch, van Eijck, Rubens, Picasso (die uitgeleend zijn aan dit museum, samen met wat stukken die we een week of wat eerder al in het Sophia hebben gezien), Rembrandt en Vlaamse en Duitse meesters. Ik merk de tijd van de 14e en 15e eeuw het mooist te vinden, qua kleur en opzet. Weer wat geleerd. Dan lopen we vlakbij een restaurant in, althans, we nemen plaats op hun terras, en ik versmaad een stuk lam wat ik in jaren niet zo lekker gegeten heb! Dan lopen we op ons gemak terug naar het treinstation, alwaar taxi’s ons weer terugbrengen naar ons hotel bij het vliegveld. Koffers pakken en op tijd weg. Eenmaal bij het vliegveld duurt het een eeuwigheid voordat ik mijn rugzak heb af kunnen geven. Hij is deze keer 3 kilo zwaarder dan op de heenweg (wellicht niet helemaal gunstig goed weer ingepakt, en er zitten een paar extra boekjes en een DVD in…, maar dat is toch geen 3 kilo….?). Ik dien € 30,-- te betalen, en de printer doet er zo lang over tot ik een bewijs van mijn betaling meekrijg, dat de mensen die op mij stonden te wachten (Charley en Angela) al zijn doorgelopen. Even voel ik de eenzaamheid weer omhoog komen nu iedereen weer zijns weegs gaat op weg naar huis. Ik loop wat verloren door de controle, deze keer wordt er niks uitgepakt, en langs de taxfree shops, als ik een aantal van onze groep in stoelen zie zitten. Even praat ik wat met ze, maar besluit toch wat door te lopen, op zoek naar Robert of Charley… Charley en Angela kom ik even later bij een barretje tegen, en vanaf dat moment trekken we weer de avond met elkaar op. Aangezien ze vlak bij de stad wonen waar ik vandaan kom bieden ze me aan om me naar huis te rijden! Ik had een scenario van een nachttrein in gedachten, maar dit is wel zo gezellig. Ik bedank ze hartelijk voor dit cadeau, en bied ze een drankje aan, en of ik dan de benzine zal betalen… Ze willen er niks van weten… De uren slijten door gebabbel en langzaam lopen we naar de gate, alwaar het KLM toestel al staat te wachten. We checken in, en voordat we het weten zitten we al weer in het luchtruim onderweg naar huis… Ik heb een aantal feestvierende Spanjaarden achter me zitten, die een aanstaande bruidegom op een vrijgezellenfeest naar Amsterdam trakteren. Nadat ze mij een drankje hebben aangeboden van iets dat ‘Bulldog’ heet (dat kan geen limonade zijn…) worden ze betrapt door de stewardessen die de fles tussen de tassen boven de passagiers leggen. Voor hetzelfde geld was de alcohol gewoon ingepikt. Maar dat is dus niet zo, en een aantal keer worden de heren tot kalmte gemaand. Dan ben ik blij oortoestellen te dragen, die ik uit kan zetten. Ik probeer wat te slapen, de avond begint laat te worden… en na een kleine 2,5 uur vliegen landen we op Schiphol. Charley, Angela en ik zoeken nog even naar mensen van onze groep als we bijna als laatste uit het vliegtuig komen, maar blijkbaar had iedereen haast. In de verte horen we nog een paar mensen van de groep ons een goede thuisreis wensen, maar mensen als Robert en Machteld heb ik niet meer gezien. Dan over de A2 naar huis… We babbelen nog wat, en als Charley en Angela me thuis voor de deur afzetten hopen we op contact via de mail. Nou weet ik dat dat meestal toch loze kreten zijn, en meer gelegen in het feit van de hoop op een voortzetting van de vakantiesfeer, maar in Madrid had ik hen al mijn mailadres gegeven, als ook aan Robert, maar tot op de dag van vandaag moet ik het eerste berichtje van beide kampen nog krijgen. Net als een paar mooie foto’s die Robert van mij gemaakt heeft! Dit was Spanje 2015. Een mooie reis! nds begin jaren ’90 houd ik me bezig met een boek dat uit het oude China stamt. Met dat boek is iets raars aan de hand. Eigenlijk is het niet raar, maar noem ik dat zo, omdat de manier waarop het kan werken niet alledaags te noemen is. Het heet ‘Het Boek der Veranderingen’ en zou de universele wetten beschrijven die elk moment (jaar, maand, dag, uur) om ons heen bewegen. Om vat op die wetten te krijgen ontdekte de Chinezen een aantal manieren om letterlijk ‘met het systeem te werken’. De oudste manier waarop met het boek gewerkt werd was het te lezen als een boek met wijze woorden. Menige anekdote over het oude China vermeld handelingen en denkwijzen van keizers en zijn adviseurs, of de adviseurs onderling, die in gesprekken de teksten uit de ‘I Tjing’, zoals het in het Chinees heet, quoten, om hun mening te onderbouwen (‘het staat zo in de I Tjing, dus dan zal het wel juist zijn’…).
In de loop der eeuwen ontdekte menig Chinees filosoof, en inmiddels ook vele westerse gebruikers, meerdere manieren en lagen in een systeem dat in eerste instantie bestaat uit 64 verschillende tekeningen, zogenaamde ‘Gua’, van zes lijntjes, van onder naar boven, geschreven en daaraan verbonden teksten, en kwam men er achter dat de Universele wetten ook persoonlijk aan te spreken zijn in de vorm van vraagstellingen. Je kan het boek vragen stellen… als een orakel… En het gekke, mooie, rare, fijne, ongelooflijke, en verbazingwekkende is dat het boek nog antwoord blijkt te geven ook… En op niet altijd van te voren verwachte wijze (wat dan wat zegt over je eigen verwachtingspatroon, maar dat ter zijde). Zo zat ik eens een keer een I Tjing ‘consult’ te geven in het inmiddels ter ziele gegane Chinese winkeltje in de binnenstad van mijn woonplaats. Ik was al weken daar bekend, en soms kwamen er veel mensen, en soms helemaal niemand. En alles wat daar tussen zit…. Ik zat op die middag te wachten op wat er gebeuren moest, maar het schoot allemaal niet op. Ik besloot de Yi (zoals ik hem noem) eens om inzicht te vragen en kreeg als antwoord een tekening en een stuk tekst dat over ‘het gezin, de clan’ handelde. Wat moet ik daar nou weer mee?, dacht ik in eerste instantie. Ingangen als de I Tjing trainen het gebruik van je intuïtie, en die besloot ik er dan ook op los te laten. Ik werkte er die dag tussen een bepaalde tijd, en besloot die periode te splitsen langs de lijnen van de tekening. Op de tijd dat er stond ‘zij is de spil van het gezin’ komt er een gezin de winkel binnen. Krijsende kinderen, en de moeder sust de boel… Zo zit ik ook eens in de trein, onderweg van Amsterdam naar huis. Ik had net een heerlijke ontmoetingsdag achter de rug met mensen die net als ik idolaat waren met de ‘Yi’, en alle informatie duizelde nog wat na in mijn hoofd. Ik las van te voren ergens dast de trein onderweg langzamer zou kunnen gaan rijden, omdat men op het traject de boel aan het verbouwen was. Of we daar alvast rekening mee wilde houden. Ok, mij best… Ik had een boek bij me, dus de tijd kwam ik wel door. Ik kon me echter toch niet zo goed concentreren en wilde de informatie van die dag in Amsterdam nog niet helemaal los laten… Als je, net als ik, al jaren met de ‘Yi’ bezig bent, gaat die dingen voor je doen, en leer je manieren kennen, en zaken zien, die je onmogelijk uit boeken kan halen. Ik noem zulke momenten ‘een Yi-ervaring’. Ik kon me dus niet zo goed concentreren, en tuurde wat meer uit het raam. Doordat ik wat met de tekeningen in de Yi zat te spelen in mijn hoofd (de zogenaamde ‘trigrammen’ en ‘hexagrammen’) zag ik de trein over het spoor, langs het vele groen denderen, een beeld van het trigram ‘aarde’ (een tekening van drie ‘open’ lijnen). Toen keek ik door het raam naar de wolken en zag trigram ‘hemel’ (drie ‘dichte’ lijnen). Door mijn gedachten speelde de tekst van het hexagram dat deze twee trigrammen samen maken: Hexagram 12: Hemel boven de aarde, het teken van stilstand… EN BAM. De trein stond stil… Toen zag ik de zon aan de hemel achter de wolken vandaan komen, het trigram ‘zon’ of ‘vuur’, Hexagram 35: Vuur boven de aarde, het teken van vooruitgang’, en HUP we reden weer… Heel vroeg in mijn ‘Yi-carrière’… kwam ik bij Lucille Werner op de zondagochtend op de tv… Ik mocht de I Tjing uit komen leggen. Dat bleek nog niet mee te vallen… Het was een aardige uitzending, maar het mooiste kwam pas daarna… Lucille wilde weten wat haar ‘next move’ zou moeten worden na dit programma… Ik liet haar het ritueel van de muntjes doen. Dat levert een tekening, een hexagram van zes lijnen op, met bijhorende namen en teksten… Ze kreeg hexagram 35… Intuïtief zag ik de naam ‘spotlights’ langs komen… zon boven de aarde, als een spotlight op een podium.. Haar volgende programma ging uiteindelijk over theater… de titel van dat programma ‘SPOTLIGHTS’… Afgelopen week nog… Ik zit in de trein en ben onderweg naar een ontmoeting met meerdere mensen die de Yi een warm hart toedragen. Ik zit in coupé nr. 8662… (belangrijk!) Ik was naar Den Bosch gereisd en stapte daar over in de trein richting Zwolle, alwaar ik in Utrecht uit zou stappen. Daar was de ‘ontmoeting’ te doen… Door werkzaamheden reed de trein met vertraging en ik was bang aansluitingen te missen. De 8, als eerste cijfer uit het coupénummer, staat voor hexagram 8, de AANSLUITING… Menig persoon zou tot compromissen bereid moeten zijn onderweg… Het tweede getal (6) is als hexagram 6: ‘COMPROMISSEN’… Het derde en vierde getal is dan 62…het hexagram dat gaat over het feit dat je niet zo ver moet reiken en er goed aan doet dichter ‘bij het nest te blijven’… de trein naar Zwolle ging niet verder dan Deventer… deze coupé kwam vandaag dus niet ver… Werken met de I Tjing kan op diverse manieren. De standaard manier wordt bezongen door Mel C in haar hit ‘I Turn to You’: ‘when I need inspiration; when I need advice’… Maar hier boven beschrijf ik ook andere manieren… Hoe dan ook, in de woorden van U2: ‘She moves in mysterieus ways’ Woensdag 9 september 2015
Vandaag is de dag van Ubeda en Baeza; twee kleine dorpjes die op de werelderfgoedlijst van UNESCO staan, omdat ze de mooiste (gerestaureerde) middeleeuwse stadjes zouden zijn. Ubeda bezoeken we overdag; vanavond zitten we pas in Baeza. Eerst is er de ‘traditionele’ 1e koffiestop, en daarna rijden we door naar Ubeda. Een aantal gebouwen zien er inderdaad niet onaardig uit, als blijkt dat ze uit de middeleeuwen stammen. Maar om dit dorp op de werelderfgoedlijst te zetten vind ik wat overdreven. We besluiten als groep eerst een beroemd atelier te bezoeken waarin schalen, vazen, en ander spul van keramiek wordt vervaardigd. De man die de studio ooit begonnen is is een beroemde Spanjaard, en is niet aanwezig. Tussen de stukken door vinden we foto’s met andere Spaanse ‘celeb’s en scenes uit films die hier zijn opgenomen. Er staan prachtige schalen tussen en even vergaap ik me op een schaal die over de € 200,-- kost, en besluit hem lekker te laten hangen (ze hing tegen de muur), omdat ik thuis ‘een ander interieur heb’. Na wat rondgekeken te hebben gaat ieder zijns weegs en bekijk ik samen met Charley en Angela de binnenstad van Ubeda. Er staat een mooi oud stadhuis en de kerk ziet er van buiten ook ‘oud’ uit. Het feit dat ik er verder niets over heb geschreven in mijn notities zegt genoeg… We lunchen wat en struinen daarna langs winkeltjes en restaurants die inmiddels gesloten blijken vanwege de siësta. Als we voor de derde keer de binnenstad gezien hebben is het tijd de bus te nemen naar Baeza. Onderweg stoppen we bij een particulier olijffabriekje, waar de boeren uit de streek hun vruchten heen brengen om te laten verwerken tot bodymilk, olie en saus voor proeverijen. We krijgen een rondleiding (en proeverij) en krijgen het verhaal van de oude manier van olijven verwerken te horen (dat een lang en traag proces was, wat weinig opleverde met veel mensen) en de moderne variant (wat machinaal gaat, weinig mensen nodig heeft, en veel meer resultaat bereikt). Natuurlijk zit er een winkeltje bij waar menige dame uit de groep de fabriek (en winkel) verlaat met de bodymilk op zak, en de heren een fles (of blik) olijfolie meeneemt om thuis in de wokpan of anderzijds in het eten te verwerken. Dan gaan we naar Baeza. Alwaar we eerst in het hotel dineren, en ik daarna (eindelijk) voor mij het hoogtepunt van de dag beleef als we een avondwandeling door het dorpje maken. De gebouwen zijn veel mooier, en van betere kwaliteit dan in Ubeda, maar dat kan aan de lichtinval van de vele spotlights liggen. Ik ben benieuwd wat het resultaat zou zijn als we Baeza overdag zouden hebben gezien! Ik verkijk me ondertussen op tempelierskerken en tempels, Arabische ornamenten in eeuwenoude zandsteen gebouwen en een schitterende entourage waar de Universiteit van Baeza blijkt te zitten. Hier had ik wel wat langer willen blijven, maar we moeten morgen vroeg op. Als een aantal van onze groep nog een ‘terrasje willen pikken’ besluiten een aantal van ons terug naar het hotel te lopen en op tijd naar bed te gaan. Ik ben er daar eentje van en kruip lekker onder de wol. Morgen Toledo. Iets waarop ik me verheug! Dinsdag 8 september 2015
De dag van het Alhambra. We gaan nu ’s morgen niet zo vroeg op pad, want we zijn gisterenavond al aangekomen in de stad waar het vandaag te doen is, en we hebben een 1e koffiestop op een pleintje midden in Granada. We gaan daarna eerst naar een museum en tombe van de aartshertogen Ferdinand en Isabel; de twee personen die Columbus zijn reizen betaald hebben, en daardoor belangrijk zijn voor de geschiedenis van Spanje. Officieel zijn ze geen koning en koningin van het land geweest, dus liggen ze niet in het El Escorial, maar dus hier, in Granada. De tombe is er niet veel minder om. Ook hier glij je langs marmeren vloeren en leuningen… Later lunchen we wat en struinen nog wat door de binnenstad. De stad valt mij een beetje tegen. Niet dat ze niet mooi is; ze is prachtig, maar ik vind ze te netjes, te proper, eerder een diplomatenstad die zich inhoud, omdat het decorum dat vereist, dan een stad die leeft, omdat ze plezier in het leven heeft, zoals Sevilla. Statige gebouwen, meer recht dan rond (dat was, nogmaals, in Sevilla een stuk speelser) en flink, alsof de Russen er wonen. Dan gaan we (eindelijk) naar het Alhambra. Hier worden we rondgeleid door een plaatselijke gids. Ze neemt ons mee langs de geschiedenis, verschillende bouwstijlen, gangen, kamers, hout, steen, bogen, doorkijkjes, ruïnes, wachtposten (we moeten er langs drie), stoelen, banken, wandkleden, balkonnetjes, kantelen, en tuinen. Wat een mooie tuinen! En toch doet het Alhambra me minder dan ik me eerst had voorgesteld. Het ziet er allemaal erg mooi uit, maar het lijkt warempel of de verzadiging er in begint te sluipen. Ik koop een boekje en een DVD, met drie korte documentaires over het Alhambra om o.a. eens na te gaan of ik hier niet over dingen heb heen gekeken; door ‘vermoeidheid (?), gemist zou hebben… Dit nu schrijvende moet ik het boekje en de DVD nog lezen en bekijken… Zegt dat wat? Ik merk dat ik ook gewoon conditioneel wat vermoeid begin te raken en als een deel van de groep naar nog andere nabij gelegen tuinen doorloopt, blijf ik op een bankje zitten wachten tot ze terug zijn. Dan is het de bus in en naar het hotel. Diner, babbelen en naar bed. Dit schrijvende kan ik me, tot mijn eigen verbazing, niet veel meer van deze dag herinneren. Wel dat ik in de stad ’s middags nog heb verwonderd over een nieuw instrument dat de laatste tijd ‘in’ is en waar ik een straatartiest op zie spelen. De zogenaamde ‘Chang’. Het heeft weg van een tweetal tegen elkaar geplakte wok-pannen. Als je er een tik op geeft komt er een geluid uit als een steeldrum. Er zitten verschillende deuken in de ‘pannen’ en de muzikant weet natuurlijk precies waar hij moet tikken… Ik besluit een cd-tje van hem te kopen en ’s avonds luister ik op mijn kamer er even naar. Op straat (live), klonk het beter. De cd is opgenomen in de studio, maar dat hadden ze beter ‘op straat’ kunnen doen… Een apart dagje. Maandag 7 september 2015
Na een lekker ontbijt verlaat ik het grote hotel (en mijn kingsize bed), en ga ik, net als de rest van mijn gezelschap, op weg naar onze eerste koffiestop. De laatste dagen pak ik daar steevast een vers getapte jus d’orange, die er elke keer lekker in gaat. We zijn dan op weg naar Cordoba. Eenmaal aangekomen, wachten we even op de met een hoog stemmetje Engels sprekende plaatselijke gids en lopen eerst door de kleine en smalle straten van de joodse wijk. Menig toeristenbus heeft daar meerdere groepen gedropt, dus is het af en toe dringen als er weer eentje passeert. Vandaag kunnen we op ons gemak doen. Francis, onze gastvrouw gedurende de reis, heeft de organisatie eerder weten te overtuigen dat een oorspronkelijk plan, de moskee in Cordoba en het Al-Hambra in Granada bezoeken op één dag, niet werkt en alleen maar een hoop gesjouw oplevert. Vandaag bekijken we dus alleen Cordoba, en gaan morgen pas naar het Al-Hambra, De oorspronkelijke lengte van de reis zou dan 8 dagen zijn geweest i.p.v. de 9 die het nu duurt. Met de piepende gids, en dan bedoel de stem van de dame die ons alles netjes in het Engels uitlegt, bezoeken we dan de beroemde Moskee van Cordoba. De grootste buiten Arabië. Het is inderdaad een joekel van een ding, en je zou er makkelijk in kunnen verdwalen, ware het niet dat een moskee meestal een grote, vierkante ruimte, op de begaande grond heeft, dus is het een kwestie van langs de muren blijven lopen voordat je een uitgang tegenkomt. Dat kan bij deze wel even duren, want hij is groot. Volgens onze gids vier keer vergroot en verbouwd. En heel herkenbaar aan de wisselende rood-witte stenen in de bogen tussen de zuilen die door de hele ruimte staan. Zoek maar eens op Google en je zal geheid een plaatje tegenkomen van een boog. Eén hoek fungeert als een klein museum en ik vergaap me aan de ornamenten die aan deze oude moskee hebben gehangen of die archeologen in oudere lagen onder de moskee gevonden blijken te hebben. Daarna ga ik met Charley en Angela lunchen en sla ik stijl achterover als ik een biertje bij het eten bestel en er eentje krijg die niet mis zou zijn op de Oktoberfesten in München! Charley is een Nederlander met indo-roots via zijn ouders en werkzaam als ICT-er, Angela is een alleraardigste dame die in de opvang voor babies en kleuters werkt. Samen met Robert en Machteld zullen zij de stellen zijn waar ik in deze vakantie het meest mee optrek. Na een lekkere lunch, en een goeie pils van een liter.., lopen we op ons gemak naar de oude romeinse brug aan de waterkant. Al waar onze bus op ons staat te wachten. We lopen nog even door een oude wijk en langs oude stadsmuren en rijden met de bus daarna door naar Granada. Bij aankomst aldaar zien we het Al-Hambra in al zijn glorie al boven op een heuvel boven de stad uitschieten. Dat is voor morgen. Dadelijk eerst wat vroeger dineren dan we gewend zijn in deze vakantie, want er staat nog een avond met flamengo voor de deur… Een beetje naar die roze vogels op één been gaan zitten kijken… O nee, dat is een andere flamengo…het gaat om de dans… Ik heb het niet zo op de Spaanse volksdansen, maar ach, een avond met gezelschap naar dans kijken houd ik wel vol. En zeker als blijkt dat de avond te doen is in een restaurant dat zijn voorstellingzalen heeft uitgehakt in lange gangen in een berg, en het dus veel wegheeft van een grot waarin we zitten. Wij, als groep in een lange rij op bankjes en stoelen aan de ene kant van een lange ruimte, en een groep jonge Japanners aan de andere kant. In een ruimte van net twee meter tussen ons in mag er dan gedanst worden. Best krap, maar daardoor ook wel knus. Dan begint de show met tap- en flamengo-dansende en zingende dames en een enkele heer, en menigmaal moet ik mijn tenen intrekken als men danst en ik bang ben dat de nagels van mijn grote tenen gestempeld worden. Zeker als een man met een wandelstok driftig een dans uitvoert en met zijn stok sneller de maat begint te tikken dan een oude ponsmachine bij had kunnen houden… Riverdance is er niks bij! Met een drankje in de hand en als afsluiter een uitnodiging om mee te dansen (ik zwier wat met de armen) vliegt de avond om. Maar helemaal klaar zijn we nog niet. We hebben nog een kleine wandeling door de Arabische wijk (by night) te doen. Francis probeert in haar beste Spaans een gids die meeloopt te vertalen, doch die praat zo snel (Spanjaarden praten als een elektrische typmachine…) dat ze de helft mist. We zien mooie gevels en ornamenten en horen half de geschiedenis van de wijk. We staan even stil aan de rivierkant als we een menigte rondom een gitaarpingelende straatartiest zien staan, en zo ontstaat er een lekker sfeertje met een lekker temperatuurtje, gitaar en zang op de achtergrond, en het Al-hambra in het volle licht op een heuvel aan de overkant van de rivier. Dat is voor morgen. Daarna is de avond wel voorbij en is het terug naar het hotel, lekker slapen en morgen naar de act waarvoor ik deze reis uberhäubt begonnen ben: het Al-Hambra! |
Auteur
Frank Coolen (1967). Werkzaam als administratief medewerker bij een gemeente. Zou zich liever een schrijver van bestsellers wanen, en doet via deze website een poging daartoe. Archief
Oktober 2016
Categorie |